Omgevingsvergunning voor padel in de Werkspoorhal, maar mag het er komen?

De gemeente heeft aan Michael van de Kuit van Nedstede een tijdelijke vergunning verleend waarmee hij voor een periode van drie jaar vier padelbanen in de Werkspoorhal mag exploiteren. Het bestemmingsplan staat dit gebruik toe en daarmee was vergunningverlening een gegeven. Toch is nog de vraag of de banen er zullen komen. Deze invulling van de hal is namelijk strijdig met de afspraak die de gemeente in 2016 maakte met projectontwikkelaar Stadgenoot dat de hal openbaar toegankelijk zal blijven, met de mogelijkheid voor het publiek om er dwars doorheen te lopen naar het water. Deze afspraak, vastgelegd in een zogenaamde anterieure overeenkomst, moet bij verkoop van de hal steeds als kettingbeding in koopaktes worden opgenomen. De hal is In 2019 gekocht door VORM, en in 2023 doorverkocht aan Nedstede. De afspraken zijn in alle koopovereenkomsten als kettingbeding meegegaan.

Beeld Wabien Manschot/Fotoarchief 1018

De verantwoordelijkheid voor naleving van het kettingbeding ligt feitelijk bij de verkoper. In alle opeenvolgende koopaktes is vastgelegd dat een boete zal worden opgelegd als een eigenaar de bepalingen uit het kettingbeding niet nakomt. In dit geval gaat het al met al om vijf miljoen euro.
Van de Kuit heeft de hal dus gekocht inclusief de voorwaarden uit het kettingbeding, maar liet desalniettemin in het najaar weten dat hij voornemens was padelbanen in de hal aan te leggen (zie ook de berichten op deze site van 21 oktober en 21 november). Omwonenden protesteerden wegens het feit dat de hal dan niet meer openbaar toegankelijk zou zijn, en ook wegens te verwachten geluidsoverlast.

In eerste instantie leefden er nog wel veel vragen over de status van de oude afspraken – de anterieure overeenkomst is vooralsnog niet openbaar. Begin januari bleek uit informatie die van de Kuit zelf op sociale media zette en uit een artikel in het Parool, dat van de Kuit bezig was een overeenkomst te sluiten met Stadgenoot. In zijn eigen woorden: [Stadgenoot] heeft voor de levering schriftelijk ingestemd met doorhaling van het kettingbeding. Dat is inderdaad de kern. Het lijkt er op dat deze afspraak gaat over het afkopen of verrekenen van de in het kettingbeding gestelde boete. Met overeenstemming over een afkoopbedrag zouden de projectontwikkelaars een centje bijverdienen en zou Nedstede verder niet meer aan hinderlijke beperkende voorwaarden zijn gebonden.

Met een dergelijke actie zou Stadgenoot dus feitelijk de duidelijke afspraak uit de anterieure overeenkomst verbreken, een afspraak die in 2016 in goed vertrouwen met de gemeente is gemaakt. Stadgenoot én VORM hebben in het verleden overigens altijd benadrukt, ook richting de buurt, dat zij helemaal achter deze aanpak stonden. De gemeente maakt zich nu hard voor de gemaakte afspraken en komt op voor de belangen van de buurt. Van de Kuit maakte zelf op sociale media bekend dat hij door Stadgenoot was geïnformeerd dat zij van het stadsdeelbestuur een brief hadden ontvangen waarin nadrukkelijk werd gesteld dat een dergelijke stap om de vastgelegde afspraken teniet te doen, niet kan. Van de Kuit luchtte daarop op sociale media ongegeneerd zijn woede en kondigde een lang traject aan van juridische stappen, zowel tegen de gemeente als tegen Stadgenoot omdat die al gemaakte schriftelijke afspraken niet zou nakomen. Hoe de gemeente en ook hoe Stadgenoot zich in deze zaak verder gaan opstellen is op dit moment ongewis.

Dat de gemeente intussen op 17 januari aan Van de Kuit een tijdelijke exploitatievergunning voor vier padelbanen heeft verleend, staat los van deze discussie. Het beoogde gebruik is simpelweg in lijn met het bestemmingsplan. In de vergunningsaanvraag stelt Nedstede dat de hal tijdens openingstijden “voor iedereen toegankelijk” is, maar er staat ook dat er maximaal vijftig personen in de hal aanwezig mogen zijn. De ruimte die beschikbaar is voor ‘publiek’ is de wachtruimte/binnenterras, een strook van ongeveer 5 meter breed tussen de banen.

De hal is een gemeentelijk monument, en juist het feit dat er maar voor drie jaar vergunning werd gevraagd was voor het stadsdeel een belangrijke factor om de vergunning te verlenen: “ …. de tijdelijke bestemming [zorgt er bovendien] voor dat de hal gebruikt wordt tot een meer definitieve bestemming gevonden is. Gebruik van het monument zorgt ervoor dat het pand in goede staat blijft en goed onderhouden blijft. Daar is de instandhouding op lange termijn van het monument bij gebaat. Het tijdelijk aantasten van de ruimtelijkheid van de hal is door de reversibiliteit en de korte duur een aanvaardbare ingreep.” Op 9 januari 2028 moet de situatie weer in de oude toestand zijn hersteld.

Omwonenden tekenen inmiddels al bezwaar aan tegen het besluit, in het bijzonder gericht op de te verwachten geluidsoverlast. Ze wijzen bijvoorbeeld op de verkoopbrochure van de Werkspoorhal waarin stond dat de geluidsisolatie van de hal redelijk is, mits geluid ’s avonds niet harder is dan achtergrondmuziek in een rustig café. Padel maakt echter flink wat herrie. De tennisbond KNLTB geeft in de handreiking padel aan dat men bij deze sport uit kan gaan van een geluidsbronvermogen van 91 dB.

Ondertussen vragen kopers van appartementen op Oostenburg Noord zich af of zij niet zijn misleid door Stadgenoot en VORM als blijkt dat deze projectontwikkelaars zich lenen voor een deal waardoor de mooie beloftes in hun verkoopbrochures niet worden nagekomen. De Werkspoorhal werd immers gepresenteerd als gezellige centrale sociale ontmoetingsplek voor de buurt. En dat zal er met de komst van de banen niet zo van komen.

Meer informatie over de achtergronden: zie de antwoorden van het college op de schriftelijke vragen van het PvdA raadslid Bastiaan Minderhout.

Meer informatie ook bij Stichting over de Brug info@overdebrug-oostenburg.nl