Bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten hebben de vier linkse partijen, GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren en SP op de Oostelijke Eilanden en de Kadijken ruim 63 procent van de stemmen behaald. In geen enkele andere Amsterdamse buurt was de meerderheid voor links zo groot, blijkt uit een analyse van de resultaten. Omgekeerd waren er maar weinig buurten met minder BBB-stemmers dan de Plantage Weesperbuurt. Alleen op de Weesperzijde en de Noordelijke IJ-oevers deed de partij van Caroline van der Plas het nog iets slechter.
De winst van het linkse blok is in de twee buurten vooral te danken aan Groen Links en de Partij van de Dieren, die er beide ten opzichte van de raadsverkiezingen van vorig jaar fors op vooruit gingen. Vooral de PvdD maakte een reuzensprong en kwam in 1018 uit op 14% van de stemmen, waarmee de aanhang van dierenvrienden ten opzichte van 2022 bijna verdubbelde. De PvdA ging ten opzichte van vorig jaar licht achteruit, maar heeft met 18,6% van de stemmen toch nog steeds een forse aanhang in 1018. Hoewel D66 stemmen verloor bleef het in beide buurten van ons postcodegebied nog wel de vierde partij, maar bij de percentages van 2021 (Tweede Kamer, 31 resp. 25 procent) steken de nu behaalde 12 resp. 10 procent mager af.
Dankzij de ruime winst van het linkse blok hoeft het geen verwondering te wekken dat de meeste andere partijen in 1018 wat slechter scoorden dan elders in de stad. Alleen Volt deed het in de Weesperbuurt met 10% relatief goed, mogelijk dankzij de grote studentenpopulatie die bij Crea gestemd heeft. Dat stembureau zal waarschijnlijk ook zijn stempel hebben gedrukt op de relatief hoge opkomst in de Plantage Weesperbuurt (bijna 72%). Op de Oostelijke Eilanden en de Kadijken lag de opkomst met 61% een stuk lager, maar toch ook nog ruim boven het stedelijke percentage van 51,5.
Nog meer verkiezingsuitslagen zijn te vinden op de site van de gemeentelijke afdeling Onderzoek en Statistiek.