Op het Marineterrein moeten in de nieuw te bouwen wijk meer woningen komen dan waar de gemeente tot nu toe van uitgaat. Bij de toewijzing van die woningen zouden bewoners van Kattenburg en Wittenburg bovendien voorrang moeten kunnen krijgen. De leden van de Commissie Ruimtelijke Ordening van de Amsterdamse gemeenteraad waren dinsdag 31 oktober opvallend eensgezind in hun wensen voor het Marineterrein. Zij hebben weliswaar waardering voor de aanpak van de gemeente, maar vrezen dat het gebied te veel een in zichzelf besloten innovatiedistrict dreigt te worden. ‘Het moet geen wijk worden die zoals nu met de rug naar de buurt staat, maar die de buurt juist met open armen verwelkomt’, aldus Nienke van Renssen van Groen Links. die net als alle andere sprekers vol lof was voor de betrokkenheid en de inzet van de buurtbewoners bij de plannenmakerij.
De bespreking in de raadscommissie dient als voorbereiding van het debat in de voltallige gemeenteraad van 8 november waarin de uitgangspunten voor het terrein zullen worden vastgesteld. De raadscommissie bleek het op een aantal belangrijke punten met de bewoners eens zijn. Maar de commissieleden wilden zich niet branden aan al te rigoureuze aanpassingen van de Nota van Uitgangspunten. Het voorstel van de bewoners om in plaats van een wijk met ‘saaie stenige strokenbouw’, zoals inspreker Gedi van Schriek het noemde, te kiezen voor een parkachtig landschap met een open campusachtige indeling, werd door geen van de sprekers als mogelijk alternatief genoemd. Zij beperkten zich tot voorzichtige suggesties voor kleine aanpassingen.
Zo vroeg Van Renssen zich af of het in de Nota van Uitgangspunten genoemde percentage woningbouw van veertig procent niet kan worden verhoogd naar vijftig procent. Een deel van die woningen zouden wat haar betreft meer-generatie woningen voor buurtbewoners moeten worden. Bastiaan Minderhoud (PvdA) pleitte zelfs voor voorrang voor bewoners van Kattenburg en Wittenburg bij de toewijzing van woningen, terwijl Anne Wehkamp van D66 een lans brak voor woningbouw die eenzaamheid onder ouderen kan tegengaan.
Verschillende sprekers wezen erop dat het Marineterrein met zijn talloze onderwijsinstellingen op dit moment een interessante leeromgeving is. Zij waarschuwden ervoor om het onderscheid tussen leren en werken niet te laten vervagen en om met name voor het mbo ruim plek op het terrein te reserveren. Het groen op het Marineterrein werd, onder meer door Myron von Gerhardt van de VVD, als aandachtspunt naar voren gebracht. Gealarmeerd door de bewoners vroeg hij wethouder Van Dantzig met klem om ervoor te zorgen dat de hoeveelheid recreatief groen niet in omvang afneemt.
Op dat laatste punt kon de wethouder de commissie geruststellen. ‘Volgens onze berekening komt er in de nieuwe situatie dubbel zoveel groen bij.’ Maar ook vroeg hij om voorzichtigheid. ‘Ik ben een groot voorstander van meer woningen, maar we moeten wel binnen het kader van de Nota van Uitgangspunten blijven die we samen met het Rijk hebben opgesteld. Als we opnieuw zouden moeten onderhandelen zou dat op zijn minst een enorme vertraging geven, als dat het Rijk er al niet toe zou brengen om af te zien van verkoop aan de gemeente om het terrein in plaats daarvan te gaan aanbesteden met het oog op winstmaximalisatie.’
Verschillende commissieleden hadden gesuggereerd dat er ten aanzien van het aantal woningen wellicht nog winst viel te behalen door de voorgestelde hoogte van de plint en de verdiepingen te verlagen. Dat zou ruimte creëren voor extra woonlagen. Van Dantzig legde uit dat voor hoge verdiepingen was gekozen met de gedachte dat die voor de bewoners een meer flexibel gebruik van de ruimte mogelijk zouden maken, maar hij gaf toe dat die hoogte voor uitsluitend wonen niet echt nodig was. Sterker nog, hij adviseerde de commissie bijna met zoveel woorden om op 8 november in een motie uit te spreken dat de gemeente alle mogelijkheden moet benutten om het aandeel wonen in de plannen te maximaliseren. ‘Ik zou dat een helder signaal van de raad vinden dat ik zeer zou ondersteunen.’