Alle fracties in de gemeenteraad zijn blij met de komst van een Holocaust Namenmonument in de Weesperstraat. Zij stemmen ook in met de gemeentelijke bijdrage van drie miljoen euro. Dat bleek donderdagmiddag tijdens een bespreking in de commissie Algemene Zaken. Onder de indruk van de emotionele bijdragen van enkele voorstanders tijdens de inspraakronde hadden de nieuw gekozen raadsleden geen oor voor de meer juridische argumenten van de tegenstanders, veelal omwonenden.
Aanleiding voor de bespreking in de commissie (en op 18 juli in de gemeenteraad) was het feit dat de vorige raad zich in 2016 weliswaar had uitgesproken voor de groenstrook langs de Weesperstraat als meest geschikte locatie, maar toen nog niet wist hoe het monument eruit zou gaan zien. Nu het ontwerp is gepubliceerd, wordt de nieuw gekozen raad formeel gevraagd om er kennis van te nemen, iets dat in de praktijk neerkomt op instemming met de bouw, waarvoor inmiddels al een vergunning is verleend. Ook moet de raad op 18 juli nog formeel instemmen met de eenmalige bijdrage van 3 miljoen euro voor de realisatie van het monument en met een jaarlijkse onkostenpost van 150.000 euro voor beheer en onderhoud.
Wie gehoopt had dat de commissie serieus zou ingaan op de argumenten van de buurtbewoners, die niet tegen een Namenmonument zijn, maar wel tegen dit monument op deze plek, kwam bedrogen uit. De meeste raadsleden waren hoorbaar onder de indruk van de soms zeer persoonlijke verhalen van enkele joodse nabestaanden van holocaustslachtoffers. Die deden tijdens de inspraakronde een emotionele oproep om nu eindelijk haast te maken met dit monument voor de enige grote stad in Europa die nog geen namenmonument bezit.
De discussie in de commissie maakte duidelijk dat deze oproep doel had getroffen en dat het schuldgevoel over de 60.000 joodse Amsterdammers die de oorlog niet hebben overleefd, bij veel partijen nog steeds een rol speelt in hun overwegingen. “Het is fantastisch dat wij deze 60.000 mensen nu gaan eren en daar als stad ook onze bijdrage aan leveren”, aldus Alexander Hammelburg (D66). Zo dacht ook waarnemend burgemeester Van Aartsen er over. “Het hele vraagstuk vraagt boven allerlei gedachten en discussies over procedurele elementen volgens mij echt het door laten wegen van de impact van de geschiedenis van deze stad in de Tweede Wereldoorlog.”
Het hoefde geen verbazing te wekken dat er in die sfeer weinig aandacht was voor praktische kwesties zoals de aantasting van het beschermd stadsgezicht of de kap van 25 bomen. Maar ook het feit dat de discussie zich nu al jaren voortsleept, was voor verschillende sprekers een argument om nu door te pakken. Don Ceder (CU): “In 2016 is door de raad, door ons dus, ingestemd met de voordracht. Wij denken dat het belangrijk, noodzakelijk en ook proportioneel is dat dit monument er op deze locatie komt. De geschiedenis van deze buurt is sterk verbonden met de geschiedenis van het Amsterdamse jodendom en wij vinden dat we over sommige dingen niet te moeilijk moeten doen en dit is er een van, ook voor wat betreft het proces van de afgelopen jaren.”
Ondanks hun instemming hadden veel raadsleden nog wel de nodige vragen, onder meer over de veiligheid rond het monument en over de te verwachten verkeersdrukte als gevolg van de verwachte 70.000 jaarlijkse bezoekers. Maar als een ware burgervader nam Van Aartsen hun zorgen weg met goedgekozen geruststellende woorden. De veiligheid was in de besluitvorming uitvoerig meegewogen en uit onderzoek blijkt dat geen negatieve effecten op het verkeer zijn te verwachten.
Op de vraag van voorzitter Vroege aan het eind van de discussie of er bij een van de fracties nog behoefte bestond om het Namenmonument in de raadsvergadering van 18 juli inhoudelijk te bespreken, volgde een unaniem stilzwijgen. Dit betekent dat het onderwerp over twee weken als hamerpunt op de agenda zal staan en dat de raad vandaag de facto heeft ingestemd met de voordracht van B&W. Het wachten is nu nog op de uitspraak van de bezwaarschriftencommissie over de verschillende bezwaren die tegen de bouw van het monument zijn ingebracht. Die uitspraak wordt half juli verwacht.
De vergadering kan worden teruggezien op https://amsterdam.raadsinformatie.nl/vergadering/530669/Raadscommissie%20Algemene%20Zaken%2005-07-2018