Stadsdeelcommissie stemt definitief in met fietspad Dijksgracht Oost – een terugblik

De stadsdeelcommissie Centrum (SDC) sprak op 11 februari, waarschijnlijk voor de laatste keer, over het fietspad langs de Dijksgracht Oost. De hele SDC en ook het dagelijks bestuur staan unaniem op het standpunt dat het noodzakelijk is dat het fietspad er komt. Daarmee was het besluit feitelijk genomen. De SDC heeft zich door de tijd heen wel altijd betrokken getoond bij het onderwerp en heeft er vele malen over gesproken. Toch is het uitgangspunt dat de komst van het fietspad noodzakelijk is nooit precies en feitelijk onderbouwd, anders dan het argument dat de nieuwe woonwijk Oostenburg Noord met 1900 woningen ter ontsluiting naast de bestaande routes juist dit fietspad nodig heeft. De te verwachten verkeeronveiligheid op het kruispunt met de Kattenburgerstraat bleek bij de besluitvorming of het fietspad er moet komen nooit, en ook nu weer niet, enig gewicht in de schaal te leggen. Neeria Oostra Malaver van Groen Links had weliswaar, met het oog op die onveiligheid, als enige een concept advies voorbereid met tien punten die misschien nog wat aan de toekomstige situatie zouden kunnen verbeteren, maar zij maakte duidelijk dat ook Groen Links sowieso vóór de komst van het fietspad is.

Beeld: Gemeente Amsterdam

Het fietspad heeft een lange geschiedenis – zie ook de reeks eerdere berichten op deze website. Vanuit de gemeente was het kruispunt al in 2018 door de verantwoordelijke toetsingscommissie ‘node akkoord’ bevonden. Maar vanaf dat allereerste begin was ook duidelijk dat veel omwonenden grote zorgen hadden over de te verwachten onveiligheid van het kruispunt. Daarnaast zal de situatie op de Dijksgracht West voor de bewoners daar penibel worden als het aantal doorgaande (snelle) fietsers gaat toenemen.

In 2023 besloot de gemeente, op instigatie van bewoners, een onafhankelijk verkeersbureau te vragen een onderzoek te doen. Het bureau kwam in februari 2024 met een uitgebreid en gedetailleerd rapport, waarin alle knelpunten werden benoemd. De conclusie was dat de veiligheid van het kruispunt niet geborgd kan worden en er sprake zal zijn van een verhoogd veiligheidsrisico.

De gemeente paste op basis van de aanbevelingen uit dit rapport het ontwerp op een aantal punten aan en legde dit nogmaals aan het onafhankelijke bureau voor. Dat constateerde dat de wijzigingen geen soelaas bieden en de veiligheid nog altijd niet geborgd is. Daarna werd het laatste ontwerp nog een keer voorgelegd aan het gemeentelijke Toetsteam. Dat leidde tot één formeel A-4tje waarin, zonder argumenten of onderbouwing, het plan akkoord werd bevonden. En zo lag op 11 februari het ontwerp na al die jaren dus ter definitieve besluitvorming voor bij de stadsdeelcommissie.

Besluitvorming in dit dossier vraagt om een afweging. Hoe noodzakelijk, objectief beschouwd, is het fietspad nu eigenlijk? En dat tegenover de vraag: hoe zwaar moet de conclusie van het onafhankelijk bureau wegen dat er sprake zal zijn van een onveilige situatie? En daarbij nog: wat betekent het dat het oordeel van dat bureau zo heel anders is dan van de gemeentelijke toetsingscommissies? Dat alles kwam in de discussie niet aan de orde.

De vraag is dan ook hoe de leden van de commissie, de directe vertegenwoordigers van de bewoners van stadsdeel Centrum, aankijken tegen hun taak en verantwoordelijkheid bij de behandeling van dit dossier.

Groen Links ging zoals gezegd a priori akkoord met het voorstel van het DB, zij het dat ze in een concept advies een aantal aanpassingen voorstelden die de veiligheidssituatie zouden kunnen verbeteren.

Arne Bartelsman ging als woordvoerder van de PvdA wel expliciet in op de vraag welke rol de SDC hier nu precies heeft. En met zijn betoog verwoordde hij eigenlijk hoe de hele SDC zich hier opstelt. Hij constateerde hij dat hij geen oordeel kan hebben over de verkeersveiligheid (“Ik ben geen verkeersexpert”). Voor hem, zo legde hij uit, gaat het erom of de SDC vindt dat het proces goed is verlopen. “Zijn de juiste stappen genomen, is er een belangenafweging te maken?” Hij zette de stappen nog even op een rij: het toenmalige Toetsteam is ooit tot een oordeel gekomen, toen is er een onafhankelijk rapport geschreven, toen nog eens het Toetsteam. “En dan is, vanuit het reguliere proces van de gemeente, de conclusie dat het [kruispunt] veilig genoeg is.“ En dat, zo eindigde hij, is voor hem de basis.

Bartelsman laat dus de bevindingen van het onafhankelijke rapport voor wat ze zijn. Hij hecht geen belang aan het feit dat het juist een onafhankelijk bureau is dat concludeert dat de veiligheid straks niet geborgd is. Hij zet dat rapport simpelweg op één lijn met het dunne velletje zonder argumentatie van het gemeentelijke Toetsteam. En hij vraagt zich niet af waar het grote verschil tussen deze twee beoordelingen nou eigenlijk vandaan komt. Hij vraagt zich af of er een belangenafweging is te maken, maar neemt genoegen met het feit dat die feitelijk nooit heeft plaatsgevonden.

Hij constateert dat het bestuur het kruispunt veilig genoeg vindt. En daarom vindt de PvdA het ook veilig genoeg. Bartelsman neemt dus feitelijk de conclusie van het bestuur als argument om het met die conclusie eens te zijn. Hij positioneert zich zij aan zij met het bestuur en ziet voor zichzelf of voor de hele stadsdeelcommissie kennelijk geen noodzaak zich een mening te vormen over de kwaliteit van het voorliggende voorstel en over de risico’s voor de verkeersveiligheid die daarmee worden aanvaard.

Het is in ieder geval verhelderend dat hij verwoordt hoe hij tot zijn positionering komt. De andere partijen, D66, VVE en Bewoners Amsterdam, kwamen in hun bijdragen niet verder dan een reactie op de punten uit het advies van Groen Links. Zij richtten zich uitsluitend op de vraag bij welke van deze voorstellen het duidelijk is dat ze een verbetering in de situatie zouden bewerkstelligen.

Na de reactie van portefeuillehouder Nienke van Renssen van het Dagelijks bestuur (DB) werd punt voor punt gestemd over het advies van Groen Links. Van de tien punten kregen slechts vijf steun van de meerderheid van de commissie. Aangenomen, met slechts één stem tegen, werd het voorstel om aan de zuidkant van de Mariniersbrug snelheidsremmende maatregelen te nemen voor het autoverkeer dat komt vanaf de Kattenburgerstraat. Ook stemde de commissie unaniem in met het voorstel om het ritme van de stoplichten op de Piet Heinkade aan te passen en met het voorstel om te zorgen voor goede verlichting onder het viaduct. Afgestemd werd onder andere het voorstel om borden te plaatsen om fietsers te wijzen op een snelle route naar het station.

Bewoners zijn teleurgesteld over de inbreng en positionering van de Stadsdeelcommissie bij de uiteindelijke besluitvorming. Zij zijn van mening dat de noodzaak van het fietspad onvoldoende is onderbouwd, dat er nooit een behoorlijke belangenafweging heeft plaats gevonden en het dagelijks bestuur én de stadsdeelcommissie de grote veiligheidsrisico´s onvoldoende serieus nemen.

Met de bespreking op 11 februari lijkt een einde te zijn gekomen aan het lange politieke traject, zij het dat de fractie van de SP in de gemeenteraad eind januari schriftelijke vragen aan de wethouder heeft gesteld over de beweerde onveiligheid van de kruising. Raadslid Erik Bobeldijk verzoekt het college om aan te geven hoe het komt dat het onafhankelijke verkeersbureau en het gemeentelijke Toetsteam tot een zo verschillende conclusie komen.

Het antwoord op de vragen is nog niet binnen. Wellicht dat de gemeenteraad op basis hiervan nog wil nadenken over de vraag hoe de komst van dit fietspad zich verhoudt met het expliciete beleidsvoornemen van de wethouder om overal in de stad de verkeersveiligheid voor fietsers serieus te verbeteren. En wie weet leidt dat toch nog tot een politiek vervolg van dit hele verhaal.