Eind januari diende werkgroep Dijksgracht Oost (WDO) bezwaar in tegen het besluit van de provincie Noord Holland om ontheffing te verlenen aan de gemeente Amsterdam waardoor het foerageergebied van de dwergvleermuis aan de Dijksgracht Oost mag worden aangetast. Met deze ontheffing op zak kan de gemeente een fietspad aanleggen en aanlegsteigers bouwen voor 40 rondvaartboten en 30 dekschuiten voor de wateraannemers.
De Provincie en de gemeente brachten als reactie op het bezwaarschrift in dat de omwonenden niet ontvankelijk waren in hun bezwaar omdat zij geen belanghebbende zijn daar zij te ver van de precieze locatie af zouden wonen. De afstanden die daarbij werden genoemd klopten echter niet met de werkelijkheid. Inhoudelijke argumenten die door de omwonenden naar voren waren gebracht werden niet serieus genomen. Zo was naar voren gebracht dat er, zowel voor het fietspad als voor de steigers, wel degelijk alternatieven bestaan. Dat is van belang omdat een foerageergebied alleen dan mag worden aangetast als er geen alternatieven zijn voor het beoogde project op die plek.
Donderdag 21 april vond in het kader van het bezwaar een hoorzitting plaats in het Provinciehuis waarbij alle betrokken partijen hun positie konden toelichten (zie de gebruikte pleitnota). De werkgroep liet met een PowerPoint presentatie zien wat de afstanden nu precies zijn en wat men kan zien vanuit de woningen, met een filmpje vanuit een woning met de vleermuizen in beeld. De vertegenwoordiger van de provincie erkende ter plekke dat de situatie verkeerd was ingeschat – relevant voor de vraag of de bewoners als belanghebbenden beschouwd kunnen worden. De werkgroep maakte ook concreet welke alternatieven er bestaan voor de steigers en het fietspad. De bezwaarschriftencommissie zal eind mei met een advies komen.
Het bleek echter dat de gemeente wil niet wachten met het verwijderen van de eerste 100 van de 700 m groen op het talud van de Dijksgracht Oost tot er een beslissing in bezwaar is genomen. Daarom besloot de werkgroep de rechtbank om een voorlopige voorziening te vragen om de gemeente te verbieden al met de werkzaamheden te beginnen. Immers, als men nu al aan de slag zou gaan zal het foerageergebied al grotendeels kaal gemaakt zijn nog voor er beslissing is genomen op het bezwaar tegen de ontheffing. Niet is duidelijk of de gemeente wel bereid is te wachten op de uitspraak in voorlopige voorziening. Ook is nog niet duidelijk wanneer de zitting zal plaats vinden.