Directeur Michael Huijser laat een nieuwe wind waaien door het Scheepvaartmuseum, na een periode van dalende bezoekersaantallenen en na het weinig succesvolle directeurschap van Paulien Krikke.
Na de bezuinigingen van het rijk op musea was het verdienmodel gebaseerd op het museum als partycentrum. Dat stortte in elkaar toen het Scheepvaartmuseum na de criminele afrekening tijdens een danceparty in mei 2013 van burgemeester Van der Laan geen feesten meer mocht huisvesten. Dat veroorzaakte grote financiele tekorten en uiteindelijk een bestuurscrisis.
Directeur Huijser, aangesteld na de crisis in 2016, verlegt het accent van partycentrum naar de museale collectie en maakt het museum meer open naar stad en buurt. De museale zalen en de ruimtes voor evenementen komen dichter bij elkaar, zodat bezoekers van de evenementen ook het museum ervaren. De meest zichtbare ingreep wordt een vleugel op de begane grond, die wordt ingericht als hoofdgalerij. Hier komen de topstukken van het museum bij elkaar.
Het overdekte plein wordt veranderd in een ontmoetingsplek, met een koffiecorner en zitjes. Huijser wil iets vergelijkbaars als het buurtplein achter de Plantage bij Artis: een gratis toegankelijk plein dat ook heel goed werkt voor de buurt. De balie voor de kaartverkoop, het utgiftepunt voor headsets en een aantal banieren met informatie over het museum gaan daar allemaal weg..
Lees voor meer innformatie het Paroolartikel van 7 mei en het Volkskrantartikel van 13 mei.