Wethouder Simone Kukenheim heeft op 19 december 2019 een brief naar de gemeenteraad gestuurd waarin een extra financiele impuls van 12 miljoen in het jongerenwerk wordt aangekondigd. Dat kan interessant zijn voor het jongerenwerk op de Oostelijke Eilanden. Met het programma Positief Perspectiel- weerbaar opgroeien in Amsterdam verstevigt het College het jongerenwerk en de begeleiding van en hulp aan jongeren en hun ouders, zodat zij weerbaarder worden tegen allerlei verleidingen en in staat zijn een positieve toekomst op te bouwen en zodat we voorkomen dat zij 'onderuit glijden' voordat ze volwassen zijn. Daarbij trekt het College nadrukkelijk samen op met de jongerenwerkorganisaties in de stad. De jongerenwerkorganisaties - waaronder DOCK en Streetcornerwork - hebben gezamenlijk hun prioriteiten gebundeld in een ontwikkelagenda 'Sterk en toegankelijk jongerenwerk en straathoekwerk in Amsterdam', die als bijlage bij de raadsbrief is gevoegd. De prioriteiten van het jongerenwerk zijn in dit beleidskader opgenomen. Uitgangspunt is om de beschikbare middelen daar in te zetten waar de opgaven het grootst zijn Door het combineren van data uit de kwetsbaarheidsindex, de analyses van de OKT’s, ervaringen van werkers, hulpverleners en politie kan bepaald worden waar de inzet van jongerenwerk en straathoekwerk het hardst nodig zijn.
In het opstellen van de uitvoeringsplannen per gebied werken centrale stad, stadsdelen en jongerenwerkorganisaties gezamenlijk uit wat de prioriteiten per jaar zijn.
Het jongerenwerk heeft niet in alle buurten voldoende capaciteit en er zijn er niet overal voldoende locaties. Sommige locaties zijn niet aantrekkelijk genoeg voor jongeren en in het bijzonder voor meisjes, bijvoorbeeld doordat er ook andere doelgroepen komen. Niet alle jongeren die begeleiding nodig hebben worden bereikt in de buurt. Deze jongeren komen wel op scholen, maar daar hebben we nog nauwelijks jongerenwerkers. Er is nog te weinig samenwerking tussen jongerenwerk en jeugdhulp. Er bestaat een te harde knip tussen veldwerk en jongerenwerk in buurtcentra. Er bestaan te verschillende opdrachten voor bijvoorbeeld sportbuurtwerk en jongerenwerk, waardoor aansluiting ontbreekt. De sterke jongerenwerkprogramma's die we hebben komen niet altijd ten goede aan de buurten of jongeren die dat het hardste nodig hebben. En er zijn te veel tijdelijke projecten waardoor hulp niet duurzaam is en professionals die vertrouwen hebben gewonnen, uit buurten verdwijnen. Kortom: het is nodig dat jongerenwerk, jeugdhulp, scholen en jeugdvoorzieningen met een gezamenlijke opdracht die samenwerking mogelijk maakt, de handen ineen slaan.
De voorstellen van de samenwerkende organisaties voor jongeren staan in de:
Ontwikkelagenda 2019-2022: Sterk en toegankelijk jongerenwerk en straathoekwerk in Amsterdam
De notitie van de wethouder Simone Kukenheim aan de gemeenteraad (d.d. 19 dec 2019) is te lezen via Positief perspectief: weerbaar opgroeien in Amsterdam
Het persbericht ‘Amsterdam slaat handen ineen voor preventieve aanpak jeugdproblematiek’ van wethouder Simone Kukenheim staat hier.
Ontwikkellijnen 'Positief Perspectief' :
1. Elke kwetsbare buurt heeft één jeugdvoorziening, met één opdracht In elke kwetsbare buurt worden alle activiteiten voor jongeren vanuit één voorziening die toegankelijk is voor alle jeugd georganiseerd, bijvoorbeeld een jongerencentrum. Op Wittenburg wordt al deels zo gewerkt. In het jongerencentrum in Wittenburg houdt ook jongerenschuldhulpverlening spreekuur, helpen de medewerkers van het Jongerenpunt jongeren bij het vinden van werk, geeft Elance meiden individuelecoachingen zijn veldwerk en de wijkagent betrokken.
2. Jongerenwerk op scholen
3. De verbinding tussen het jongerenwerk, jeugdhulp en partijen in het veiligheidsdomein wordt verstevigd. Straatcoaches, Jeugd en Veiligheid professionals van de stadsdelen, handhavers en de wijkagent werken samen met jeugdhulp als er jongeren (dreigen te) ontsporen.
4. Weerbaar online opgroeien
5. Urgente Amsterdamse problematieken zijn leidend
6. Groter bereik onder de meest kwetsbare jongeren. Jongeren die al in de problemen zitten of die risico lopen om af te glijden in criminaliteit of uitbuitingssituaties, worden actief opgezocht in de buurt, op scholen,onlineof thuis en bij het jongerenwerk betrokken. Combiteams van jongeren- en veldwerk en straatcoaches zoeken de jongeren op straat op.
7. Eerder en jonger Het kinderwerk komt terug in de buurten waar kinderen op jonge leeftijd al blootstaan aan veiligheidsproblemen en normoverschrijdend gedrag.
8. Innoveren jongerenwerk Jongerenwerkorganisaties krijgen de opdracht om het aanbod talent- en identiteitsontwikkeling te vernieuwen zodat het aansprekend is voor alle jongeren, zowel jongens als meisjes en in het bijzonder voor jongeren die kwetsbaar zijn voor afglijden in criminaliteit of uitbuitingssituaties, zowel de online- als de offlinevarianten daarvan. Explore yourselfvanDOCKis een programma dat identiteitsontwikkeling, seksuele weerbaarheid en diversiteit voor meiden combineert. Het programma, dat in verschillende stadsdelen wordt uitgevoerd, is gericht op meiden van 18-23 jaar met een bi-culturele achtergrond die problemen ondervinden in relaties met mannen.
9. Duidelijke rol voor ouders
10. Praten over psychische klachten. Jongeren moeten in hun buurt terecht kunnen bij iemand met wie ze hun problemen en psychische klachten op een laagdrempelige manier kunnen bespreken.
11. Top 400 aanpak effectiever en inzetbaar voor een bredere groep jongeren Dat doen we door samen met onze netwerkpartners (o.a. politie, OM, reclassering, jeugdbescherming, stadsdelen, Leerplicht, GGD en WPI) wijkgericht te gaan werken en de aanpak nog sterker te richten op de gezinssituatie van de jongere. In de Top400-aanpak werken zorg- en strafpartijen intensief samen om te voorkomen dat jongeren die al twee keer zijn aangehouden voor een misdrijf en over wie zorgen zijn omdat er meerdere problemen spelen, verder afglijden. Zij krijgen een persoonlijke Top400-regisseur toegewezen. Deze intensieve, integrale en persoonsgerichte aanpak werkt. Zo daalt het aantal aanhoudingen van jongeren die de aanpak hebben doorlopen met 55%. 30% van de jongeren wordt na de aanpak zelfs helemaal niet meer aangehouden (terwijl dit voor de aanpak wel zo was. Binnen de Top400 is de afgelopen jaren veel kennis opgedaan over jongeren op het snijvlak van veiligheid en zorg en is een stevig netwerk van samenwerkingspartners opgebouwd.