In de Plantage Weesperbuurt is op dit moment een felle discussie gaande over het voornemen van de gemeente om over te gaan tot herinrichting van de Plantage Middenlaan. Tijdens een vergadering van het Plantage Weesperbuurt Overleg op 12 juni lichtte de gemeentelijke projectgroep de tussenstand toe van hun variantenstudie. De bewoners pleitten echter voor andere oplossingen dan de gemeentelijke projectgroep wenselijk acht.
Een belangrijk doel van de herinrichting van de Plantage Middenlaan is om de tramhaltes ter hoogte van Artis te verbreden en ze daardoor veiliger te maken. Bovendien streeft de gemeente ernaar om vanaf het Waterlooplein een ‘Boulevard naar Artis’ aan te leggen met meer ruimte voor fietsers en voetgangers. Een duidelijke randvoorwaarde voor het project is het sparen van zoveel mogelijk bomen en het behouden van het ‘laankarakter’ van de Plantage Middenlaan. Ook participatie van buurtbewoners in de planvorming staat hoog op de prioriteitenlijst.
Om die participatie gestalte te geven belegde de ambtelijke projectgroep die door wethouder Ivens met de plannenmakerij belast werd, in december een verkennende bijeenkomst met bewoners. Ook later vonden nog enkele bijeenkomsten met kleine groepen bewoners plaats. In de afgelopen maanden deed de projectgroep uitgebreid onderzoek naar de mogelijkheid om de meegegeven randvoorwaarden zo goed mogelijk met elkaar en met de wensen van de bewoners, te verzoenen. In het Plantage Weesperbuurt Overleg van 12 juni bleek echter dat er voorlopig nog flink wat licht zit tussen wat de projectgroep haalbaar en wat de buurt wenselijk acht.
Omgevingsmanager Hellas Schelleman begon haar presentatie met de constatering dat het vrijwel onmogelijk is om binnen de beperkte ruimte van 28 meter die de Plantage Middenlaan breed is aan alle gestelde randvoorwaarden te voldoen. Met name de eis van het GVB dat de tramhaltes verbreed moeten worden van de huidige 1.55 meter naar 2.10 meter zorgt in combinatie met de wens van de wethouder om fietsers en voetgangers meer ruimte te geven, voor problemen. Voldoen aan die twee voorwaarden is volgens de projectgroep alleen mogelijk als ter hoogte van de tramhaltes een aantal bomen verdwijnen of verplaatst worden en als voor het autoverkeer tussen Plantage Parklaan en Plantage Kerklaan wordt gekozen voor eenrichtingsverkeer.
In de vergadering presenteerde de projectgroep twee scenario’s die in voldoende mate aan de eisen van de wethouder voldoen. In de voorkeursvariant van de projectgroep blijven de tramhaltes op hun huidige plek en wordt ruimte gewonnen door de Plantage Middenlaan stadinwaarts autovrij te maken. Aan de andere zijde komt in deze variant een fietsstraat naar het model van de Sarphatistraat, waar de fiets voorrang heeft en de auto te gast is. Er moeten in deze variant weliswaar enkele bomen wijken als gevolg van de verbreding van de tramhalte, maar die kunnen worden verplaatst.
In de op de presentatie volgende discussie maakten verschillende bewoners duidelijk dat zij zich in gesprekken met de projectgroep van meet af aan verzet hebben tegen varianten met eenrichtingsverkeer. Gevolg daarvan zal namelijk zijn dat automobilisten die niet meer van de doorgaande Plantage Middenlaan gebruik kunnen maken, de smalle zijstraten zullen opzoeken, een ongewenst en volgens de bewoners door de projectgroep veronachtzaamd gevolg van een keuze voor eenrichtingsverkeer.
De bewoners hebben in hun gesprekken met de projectgroep een duidelijke voorkeur uitgesproken voor een strengelspoor naar het voorbeeld van de Czaar Peterstraat. Dat betekent dat ter hoogte van een halte de trambaan tot één spoor versmald wordt. Die oplossing biedt niet alleen ruimte voor twee brede tramhaltes aan weerszijden van het enkele tramspoor, maar ook voor fiets- en autoverkeer in beide richtingen, zonder dat er bomen hoeven te sneuvelen. Volgens de projectgroep is die variant echter onbespreekbaar omdat voor de aanleg van een strengelspoor de komende zes jaar geen budget beschikbaar is. De bewoners maakten duidelijk het geen probleem te vinden daarop te wachten en voorlopig alles bij het oude te laten.
Een alternatieve oplossing van de kant van de bewoners was het voorstel voor een speciale Artistram, die vanaf het station de route van lijn 9 volgt, maar in de Plantage Kerklaan linksaf slaat om via de Plantage Dok- en de Plantage Parklaan naar CS terug te keren. Die tram kan een halte voor de ingang van Artis krijgen, waardoor de drukte op de huidige haltes fors zal afnemen.
In de discussie schetste Schelleman het dilemma van de projectgroep door aan de ene kant met nadruk te stellen dat zij draagvlak in de buurt uiterst belangrijk vindt (“dat is zelfs een expliciete opdracht van de wethouder”), maar aan de andere kant duidelijk te maken dat diezelfde wethouder het zijn ambtenaren niet in dank zal afnemen als er straks alleen varianten op tafel liggen waarin maar zeer ten dele aan de door hem gestelde randvoorwaarden is voldaan.
De zaal liet zich door dit argument echter niet overtuigen. “Als je inspraak serieus neemt, dan neem je toch ook suggesties uit de buurt mee in de varianten die je aan de wethouder presenteert”, aldus een buurtbewoner. “Wat nu gepresenteerd wordt zijn vooral ambtelijke varianten. Moeten we eigenlijk wel bij u zijn of kunnen we ons beter rechtstreeks tot uw opdrachtgever wenden?” De discussie eindigde met de toezegging van Schelleman om ook door de bewoners aangedragen suggesties, en dan met name de suggestie om voorlopig alles bij het oude te laten, aan de wethouder voor te leggen. Maar zij liet er geen misverstand over bestaan dat deze daar niet blij mee zal zijn.
De komende maanden werkt de projectgroep verder aan een voorstel voor de herinrichting van de Plantage Middenlaan dat in september nog een keer in een buurtvergadering zal worden besproken. In het najaar moet er een definitief plan liggen, waarover de politiek zich vervolgens kan buigen.