Leon Deben, voorzitter van de Stichting Vrienden van de Plantage en van Stadsdorp Centrum Oost en redactielid van buurtmagazine 1018 is op 4 augustus aan de gevolgen van een hartstilstand overleden. Deben werd 74 jaar.
Na een studie sociologie in Utrecht kwam Leon Deben in 1970 naar Amsterdam, waar hij tot zijn pensionering in 2007 als stadssocioloog werkte bij de Universiteit van Amsterdam. Aanvankelijk legde hij zich vooral toe op de sociologie van bouwen en wonen, maar gaandeweg verbreedde hij zijn interesse naar de sociologie van de openbare ruimte. Zo verrichtte hij uitvoerig onderzoek naar dak- en thuislozen in Amsterdam en liet hij zijn studenten 's nachts door de binnenstad wandelen om zwervers te tellen.
Ook na zijn pensioen bleef Leon Deben college geven en scripties begeleiden. Daarnaast werd hij nog actiever in de buurt dan hij al was. Van 2002 tot 2006 was hij fractieleider van de PvdA in Centrum, het stadsdeel waarvan hij volgens het Parool als de architect kan worden beschouwd. In 2013 richtte hij Stadsdorp Centrum Oost op met als doel om ouderen de kans te geven zo lang mogelijk actief, gezond en veilig in hun eigen buurt te blijven wonen.
De buurt was belangrijk voor Leon Deben. Hij zag de grote behoefte aan buurtverenigingen, juist op het moment dat ze een kwijnend bestaan leidden. Vandaar dat hij actief lid was van de Plantage/Weesperbuurtvereniging. Daarnaast organiseerde hij de maandelijkse lezingen van de SOOP, de Ontmoetingsplek voor Ouderen in de Nieuwe Kerkstraat.
Ook speelde hij een belangrijke rol bij het samengaan in 2014 van de Eilander en de Plantage/Weesperbuurtkrant in het nieuwe buurtmagazine 1018. In dat nieuwe blad verzorgde hij de UIT-agenda en schreef hij artikelen over bijzondere gebouwen en kunstwerken in de buurt.
Leon Deben was niet alleen bijzonder actief tot het einde van zijn leven, hij was ook een buitengewoon aimabel mens. De website van de UvA noemt hem ‘een zeer geziene collega, niet in de laatste plaats vanwege zijn ‘onvermogen om ruzie te maken’: hij was gedreven, maar vooral ook beminnelijk, zachtaardig, en humorvol.’ In de Plantage/Weesperbuurt zal Leon Deben erg worden gemist.